De alliantie TU/e, WUR, UU, UMC Utrecht heeft vier subsidies van 50.000 euro uitgereikt aan onderzoek dat de duurzame samenwerking tussen de instellingen vormgeeft en stimuleert. De vier onderzoeksprojecten zijn innovatief en multi-disciplinair en richten zich op transities op het gebied van gezondheid, voedsel, energie en duurzaamheid.
Doel van de strategische alliantie is samenwerking over de grenzen van disciplines én over de grenzen van instellingen heen. Hiermee bevorderen de kennisinstellingen de mogelijkheid om op een nieuwe manier naar grote mondiale vraagstukken te kijken en met innovatieve oplossingen te komen. Het zaaigeld-fonds is opgericht om dit doel verder te ondersteunen. Er zijn drie jaarlijkse calls. Met dit geld gaan nu 23 onderzoekers van TU/e, WUR, UU en UMC Utrecht in vier onderzoeksprojecten aan de slag. Het gaat om de projecten:
- More2PICS: Metabolic profiling, modelling & lifestyle interventions in post-ICU-syndrome
- Converging tissue technologies and algae culture for tissue maturation
- Building blocks of cell polarity
- Towards a sustainable economy and society: the second Deep Transition in the Netherlands
More2PICS: Metabolic profiling, modelling & lifestyle interventions in post-ICU-syndrome
Dit onderzoek richt zich op een belangrijke medische aandoening: het post-IC-syndroom (PICS). Patiënten die ontslagen zijn van de Intensive Care, hebben soms nog jarenlang last van mentale en fysieke klachten zoals ernstige vermoeidheid, toegenomen afhankelijkheid en een mindere kwaliteit van leven zonder dat de achterliggende oorzaak hiervan duidelijk is. Sterker nog, het aantal patiënten dat aan het PIC-syndroom lijdt, neemt toe. Mogelijk is er een verband met de medische ontwikkelingen op de Intensive care van de laatste jaren, waardoor meer mensen een verblijf op de IC overleven. Echter er is een serieuze kennisachterstand als het gaat over dit syndroom en de mate waarin en de manier waarop patiënten dit ontwikkelen. Het onderzoek richt zich op mogelijkheden om dit beter te kunnen voorspellen en op de behandeling van PICS met bijvoorbeeld voeding en oefeningen. In de huidige pandemie en de hierdoor toegenomen IC-opnames is het belang van dit onderzoek evident. De onderzoekers combineren hun kennis van werken op de IC met kennis van modellen en de mogelijkheid hiermee voorspellingen te doen over het verloop van PICS. Er wordt in het project samenwerking gezocht met zorgprofessionals en patiëntenorganisaties.
Betrokken onderzoekers: Natal van Riel (TUe), Klaske van Norren (WUR), Roos Masereeuw (UU), Arjen Slooter (UMC Utrecht)
Klaske van Norren, WUR: ‘In dit project komen specifieke expertises over voeding, orgaanfalen, IC-gerelateerde aandoeningen en technieken om data aan elkaar te verbinden, samen en leiden tot de aanpak van een complex probleem’.
Converging tissue technologies and algae culture for tissue maturation
Om menselijke organen, zoals een hart of lever, te kunnen vervangen en niet volledig afhankelijk te zijn van orgaandonoren is er behoefte aan weefsel dat in laboratoria kan worden geproduceerd. In dit project wordt onderzocht hoe het kweken van algen hieraan een bijdrage kan leveren. De grootste uitdaging bij het produceren en behouden van gekweekte menselijke en dierlijke weefsels ligt in het vasthouden van het juiste zuurstofniveau. Algen, op hun beurt, produceren zuurstof en het is goed mogelijk om bij de productie van algen het zuurstofniveau te controleren door bijvoorbeeld de lichtintensiteit aan te passen. Door gebruik te maken van 3D-printtechnologie en deze voordelen van gekweekte algen, kan de grootschaligere productie van kunstmatige weefsels worden onderzocht. In de samenwerking komen de kennis van WUR over het gecontroleerd kweken van algen samen met de kennis van 3D-bioprinten (Utrecht) en mechanica (TU/e). De maatschappelijke voordelen van dit onderzoek zijn groot: er zijn immers te weinig orgaandonoren om aan de vraag naar donormateriaal te kunnen voldoen.
Betrokken onderzoekers: Miguel Castilho (TUe, UMC Utrecht), René Wijffels (WUR), Dirk Martens (WUR), Bart Spee (UU), Mylène de Ruiter (UMC Utrecht), Jos Malda (UMC Utrecht)
Jos Malda, Professor Biofabrication in Regenerative Medicine en hoofd Onderzoek bij departement Orthopaedics, UMC Utrecht:
‘Het is uniek dat we algen samen met levende dierlijke cellen kunnen printen. Deze samenwerking maakt het mogelijk om verschillende expertises met elkaar te verbinden: technologische, biologische en translationele kennis komen heel mooi samen in dit project’.
Building blocks of cell polarity
Het doel van het onderzoeksproject ‘Building blocks of cell polarity’ is het ontwikkelen van een uniek en gezamenlijk onderzoeksprogramma dat stevig verankerd is binnen WUR, UU en UMC Utrecht. Het onderzoek is gericht op het beter begrijpen van de principes van celpolariteit, een van de belangrijkste manieren waarop cellen zichzelf organiseren en specialiseren. Celpolariteit is aanwezig in zowel het dierenrijk als het plantenrijk. Recent is onverwachts gebleken dat er belangrijke overeenkomsten zijn in de mechanismen die plant en dier (mens) gebruiken om cellen te polariseren. In dit fundamenteel onderzoek op het snijvlak van biologie, biochemie en natuurkunde wordt gebruik gemaakt van deze overeenkomsten om de basisprincipes van celpolariteit te ontrafelen. Het project brengt onderzoeksgroepen van drie instellingen samen die nog niet eerder samen werkten.
Betrokken onderzoekers: Dolf Weijers (WUR), Mike Boxem (UU), Berend Snel (UU), Madelon Maurice (UMC Utrecht)
Mike van Boxem, Professor Biodynamics and Biocomplexity, UU: ‘De alliantie brengt in dit project specialisten in planten, dierlijke modellen en moleculaire evolutie bij elkaar. Samen hebben wij de benodigde expertise voor een nieuw onderzoeksprogramma waarin de overeenkomsten tussen plant en dier (mens) gebruikt worden om de basisprincipes waarmee cellen polariseren te ontrafelen’.
Towards a sustainable economy and society: the second Deep Transition
Industrialisering en globalisering (eerste grote transitie) hebben veel welvaart en welzijn gebracht in de Westerse wereld. Echter de negatieve effecten van deze niet-duurzame systemen zijn onmiskenbaar. De Sustainable Development Goals van de VN maken duidelijk dat men mondiaal wil werken aan de transitie naar een duurzame samenleving. Het Deep transitions project laat zien hoe onze huidige niet-duurzame systemen zijn ontstaan en welke mechanismes hieraan ten grondslag liggen. De bedoeling van het project is om te leren van het verleden, niet in dezelfde valkuilen te stappen en samen te werken aan een duurzame toekomst en een tweede grote transitie te bewerkstellingen. Het project onderzoekt de periode van 1900 – 2050. Een historische analyse is een belangrijk onderdeel van het onderzoek. In het onderzoek worden transities op het gebied van voedsel, gezondheidszorg, mobiliteit, energie en watersystemen gecombineerd, waardoor er bruggen gebouwd worden tussen veel verschillende disciplines en thema’s van de alliantie. In het onderzoek wordt samengewerkt met partners zoals CBS, Urgenda , Rathenau instituut, ASML, Ministerie EZK, TNO.
Betrokken onderzoekers: Erik van der Vleuten (TUe), Harry Lintsen (TUe), Jan Pieter Smits (TUe), Frank Veraart (TUe), Barbara van Mierlo (WUR), Laurens Klerkx (WUR), Johan Schot (UU), Joost Dankers (UU), Joost de Laat (UU)
Johan Schot, Professor Global History and Sustainability Transitions UU en Harry Lintsen, emeritus-hoogleraar Techniekgeschiedenis TUe: “Met dit project reizen we door de tijd, vanuit het verleden naar de toekomst en terug naar het heden om te zien welke keuzes we nu kunnen maken”