“Leefstijlverandering wordt vaak aanbevolen als manier om obesitas te voorkomen, maar voor sommige mensen komt dit advies te laat of is het niet voldoende”, zegt Eric Hazebroek, hoogleraar ‘Nutrition & Obesity Treatment’ aan Wageningen University & Research. “We moeten erkennen dat obesitas een chronische ziekte is en per patiënt zoeken naar de meest geschikte behandeling, waaronder medicatie en chirurgie, in combinatie met die leefstijlverandering.” Op 23 november spreekt hij hierover op het congres ‘Versnelde samenwerking om overgewicht en obesitas te stoppen’.

“We behandelen patiënten met longkanker of hart- en vaatziekten zonder te oordelen over het gedrag dat de ziekte kan hebben veroorzaakt, zoals roken”, legt Eric Hazebroek uit, bariatrisch chirurg in het Rijnstate Ziekenhuis en hoogleraar aan WUR. “Maar bij de behandeling van obesitas – een chronische ziekte volgens de Wereldgezondheidsorganisatie – ligt de focus vaak op afvallen door persoonlijke leefstijlverandering. Helaas is dit niet voor alle patiënten haalbaar, en zijn er veel andere oorzaken van obesitas buiten leefstijlfactoren. Na al het mogelijke te hebben gedaan om af te vallen, kan een operatie (d.w.z. een maagverkleining) voor sommige mensen het laatste redmiddel zijn. We mogen deze behandeling dus nooit stigmatiseren.”

Multidisciplinaire begeleiding en hulp

Mensen die in aanmerking komen voor een maagverkleining hebben een BMI van 40 of meer, of 35 of meer in combinatie met obesitasgerelateerde klachten zoals diabetes. Ze worden eerst uitgebreid gescreend door specialisten, waaronder diëtisten en psychologen. “Als ze groen licht krijgen, kunnen we het behandeltraject starten”, zegt Hazebroek. “Patiënten worden multidisciplinair begeleid en geholpen door een obesitasverpleegkundige, een diëtist en een psycholoog. Ze leren gezond en met mate te eten, bijvoorbeeld door vijf tot zes keer per dag slechts kleine porties te eten. Na anderhalf tot twee jaar worden de bezoeken aan deze specialisten minder frequent, maar we blijven jaarlijks de bloedwaarden controleren op eventuele vitaminetekorten. Het totale begeleidings- en begeleidingstraject duurt vijf jaar.”

Gezond gewicht

Volgens Hazebroek is het doel van de behandeling niet om superslank te worden, maar om een gezond gewicht te bereiken en zo het risico op secundaire aandoeningen als hoge bloeddruk en diabetes te verminderen. Gemiddeld verliezen patiënten na de operatie 25% van hun totale gewicht en 50-80% van hun overgewicht. “Na de operatie kan de patiënt niet meer zoveel eten als vroeger, maar de door de maag geproduceerde hormonen die het honger- en verzadigingsgevoel reguleren, veranderen ook, waardoor ze gemakkelijker afvallen”, zegt Hazebroek. “Mensen met diabetes type 2 kunnen hun medicatie al na één dag halveren of stoppen. Dat is een interessante bevinding, want eigenlijk beginnen ze pas ergens later met afvallen.”

Kennis ontwikkelen en delen

“Het voorkomen van overgewicht is essentieel, maar tegelijkertijd hebben we te maken met een probleem dat er al is”, zegt Hazebroek. “Ik zal hierover spreken op het congres ‘Accelerating cooperation to stop overweight and obesity’ van de alliantie. Zorgverleners moeten altijd zoeken naar de meest geschikte behandeling. Voor sommige patiënten zal dat een leefstijlverandering zijn, anderen hebben een operatie en de bijbehorende begeleiding nodig. Bovendien is er nog veel dat we nog niet weten”, vervolgt hij. “We voeren keer op keer precies dezelfde operatie uit, en toch zie je verschillende effecten, zelfs als mensen na de operatie alle leefstijladviezen zorgvuldig opvolgen. Er spelen meer factoren een rol dan we nu weten, en daarom is het belangrijk om onderzoek te blijven doen en kennis te delen. Met de focus op het versterken van de samenwerking tussen alle betrokken professionals draagt deze conferentie daar zeker aan bij.”

Interesse in het congres ‘Accelerating cooperation to stop overweight and obesity’? Kijk hier voor het volledige programma.